De preken van een zondige Luikse pastoor

 

In het najaar van 2013 vond ik op de rommelmarkt in Luik op een vroege vrijdagmorgen een ouderwetse kaartenbak. De bak was van mooi blank gelakt hout met zo’n rollende deksel erboven die aan de achterzijde in de bak verzinkt. Een ontwerp dat mij typisch Belgisch of Frans leek. Ik kende en ken geen gelijkaardige kaartenbakken van Nederlandse makelij en geloof mij, ik ben een expert.

Ik wandelde met mijn vingers door de kleine beschreven fiches heen, die gescheiden waren door tab-blaadjes van karton in alfabetische volgorde. Drie houten plankjes verdeelden de fiches in drie compartimenten, waarvan de A na het eerste plankje begon. In het voorste bakje lagen losse blaadjes en een klein, gekreukeld envelopje met  aantekeningenblaadjes.

De fiches waren van een verschillende soort: netjes geknipt ruitjespapier, waarop in België schoolkinderen hun sommen maken, even zo netjes geknipte blaadjes uit een gewoon gelinieerd schriftje met een rode kantlijn en bleek blauwe lijntjes. Maar ook de echte fichekaartjes van duur, ooit hagelwit, dik papier, maar nu verkleurd en door het vocht krom getrokken met een daarbij horend muf luchtje. Beschreven waren ze met een blauwe pen, gewoon een balpen of met potlood in een keurig recht, goed leesbaar maar kriebelig handschrift. Af en toe had de auteur ook zo’n mooi, spannend blauw-paars kopieerpotlood gebruikt, dat vroeger gebruikt werd om doorslagen mee te nummeren of van kanttekeningen te plaatsen. De afdruk van zo’n kopieerpotloodpunt is bleek paarsblauw.

De datering van het materiaal was jaren vijftig, misschien jaren zestig, maar de opschriften van de fiches waren moeilijker te dateren. Korte stukjes tekst met soms een verwijzing naar Bijbelteksten, maar vaker naar bestaande literatuur of citaten uit de negentiende-eeuwse artikelen. Langzaamaan werd mij duidelijk dat ik tegen de restanten van een erfenis van een pastoor aangelopen was. Volkomen onverwacht in een periode dat de onthulling van misbruikschandalen in de Rooms-katholieke kerk op haar hoogtepunt was en nog steeds is.

De jaartallen die ik terugvind op de fiches en die ik karakteriseren kan, als eigentijds lopen van 1951 tot? Nog niet bekend. De verwijzingen naar vroege artikelen, publicaties en preken gaan terug tot in de laatste decennia van de 19e eeuw. Het blijft een teruggrijpen op het verleden in de katholieke kerk, een repeterend motief dat blijkbaar in de smaak valt bij het kerkvolk, ook wel traditie genoemd. De betreffende pastoor zal op zeer hoge leeftijd gestorven zijn of zijn familieleden of huisgenoten hebben zijn nalatenschap nog lang in een vochtige ruimte bewaard. Nergens is een spoor van de naam van de man te vinden. Jammer, hij zal in 2012 gestorven zijn.

Ik ga deze preken reconstrueren en begin in de zomer van 2019 met het hier behandelde, meest zondige voorbeeld. Het opschrift van het eerste fiche dat los in de bak ligt, luidt:

‘Quand on s’ aime on a tous les droits, je compris celui d’ aimer trop tôt…. Le Bon Dieu me pardonnera. Tom….   de l’ eau!’

Hier ontbreekt de verwijzing naar een Bijbeltekst of ander literair vertoog, maar wat een persoonlijke openbaring zijn deze regels in de tijd van de geopenbaarde misbruikschandalen. Wat schrijft de priester precies? Parafraserend lijkt het mij dat hij stelt dat wanneer je liefhebt jij alle rechten hebt en als die liefde niet voor één van de partijen op het juiste moment komt, waarschijnlijk de ‘onderliggende’ partner, dan zal god je vergeven door middel van het wijwater. Mocht hij refereren aan een pre-celibataire liefdesdaad, dan lijkt een dergelijke vergeving toch wat overbodig. Welke seminarist zal die niet gehad hebben?

Een volgend blaadje geeft het volgende citaat:

‘Democratie. Le pape est la démocratie. Communitaire de l ‘aller pontif de Noël 1944… par Giovanni Hagian’. 

In het laatste oorlogsjaar verwijst de pastoor naar ene Giovanni Hagian (1803-1880) en roept op tot gehoorzaamheid aan de paus omdat deze de democratie vertegenwoordigt, het staatsbestel dat vrijwel zeker na de Tweede Oorlog de voorkeur zal krijgen.  Hagian kan teruggevonden worden op Wikipedia als een Armeense bisschop die een hoge positie bereikte in de Curie en in het Eerste Vaticaans Concilie een sturende rol gespeeld heeft.

Orthodox ultramontanisme omgetoverd naar een democratisch pausschap op de ruïnes van een verwoest Europa als lonkend perspectief voor de nabije toekomst. Je moet toch maar durven als katholiek prelaat om zo je eigen positie veilig te gaan stellen op het moment dat de zon in het Avondland definitief ondergaat. Had de kerk deze oproep in het Interbellum gedaan, dan was er misschien een heel andere wind gaan waaien in Europa en was de zon blijven schijnen.

Een andere strookje papier vermeldt dat de kerk, Maria is. Dit is een opvatting geheel in de lijn van de opgeklopte en afgedwongen Maria- verering in de negentiende eeuw, waarvan de devotie in Lourdes het hoogtepunt geworden is. De priester verwijst hier naar een uitgave nr. 6, pagina 85 e.v. maar geeft verder helaas geen titel van het blad of andere sleutel tot het vinden van de tekst. Dat komt bij meerdere citaten voor. Hoe jammer is dat.

Binnen dit globale kader bewegen de blaadjes zich, ongeveer een vijfhonderd in aantal. Ik ga de opschriften na, noteer deze en voeg deze bij in een lijst als bijlage. Ondertussen selecteer ik de onderwerpen waarover ik "mijn" preken ga schrijven en hoop ik dat u lezer, een indruk krijgt van de geloofswereld net voor en na het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965). Een gebeurtenis die vele verstokte katholieken liever willen negeren, zelfs elimineren uit de bestaande kerk, die inderdaad alleen nog maar bestaat uit traditionalisten die de negentiende -eeuwse beeldtaal foutief interpreteren en de betreffende liturgie niet in de juiste context willen begrijpen. Het is ook niet niets te moeten onderkennen dat jouw kerk deel uitgemaakt heeft, zelfs medeveroorzaker is van één van de zwartste perioden uit de Europese geschiedenis.

De Luikse situatie is heel interessant en het is nog niet duidelijk of ik de pastoor kan identificeren. Wel kan ik met de kennis die ik vergaard heb over de verschillende thema’s een nadere uitleg geven die uitgaat van de beeldtaal, de geschiedenis en de manifestatie van de Luikse katholiek in de negentiende en twintigste eeuw. Wordt dus vervolgd, maar wel in een rustig tempo en het blijft een uitdaging om de citaten juist te interpreteren.